woensdag 4 mei 2011

Snuffelstage Westenschouwense Puntwandeling

Op donderdag 28 april 2011 omstreeks 15.00 uur stonden Marcel, Rien, Cora, Monica en Raymond te wachten op Sylvia en Gré om onze eerste snuffelstage te mogen ervaren.

We hadden ons opgegeven om mee te lopen tijdens de Westenschouwense Puntwandeling, waarbij Sylvia als gids zou optreden.
De doelgroep van deze excursie was een groep van ongeveer 26 mensen, welke een cursus "pensioen in zicht" volgden bij de stichting Odyssee.
Het thema bij deze wandeling was dus hoe men een zinvolle tijdsbesteding na de pensionering kan bewerkstelligen. Het wandelen in de natuur, danwel zich eventueel als vrijwilliger beschikbaar stellen bij een natuurvereniging werd hierbij als mogelijkheid naar voren gebracht.


Na een welkomstwoord stelde Sylvia zich voor als gids van de IVN. In het kort vertelde zij iets over de IVN. Hierbij vertelde zij ook dat de IVN mensen tot natuurgids en natuurvrijwillger opleiden. Ze vertelde dat wij als aankomend natuurgidsen met deze wandeling zouden meelopen.

Het startsein werd gegeven. We liepen vanaf de rotonde het schelpenpad op langs de parkeerplaats
en na 5 minuten stopten we op een plek met uitzicht op de duinen en de begroeiing.
Sylvia vertelde in het kort iets over het onstaan van de eilanden van Zeeland. Daarna vertelde ze over de bewoning vanuit de tijd van de Romeinen. Ze vertelde iets over de tempel Nehallenia, welke in de stroomgeul De Schaar bij Colijnsplaat moet hebben gelegen.
Ze vertelde dat het strand bij Westenschouwen geliefd was bij recreanten en sporters, omdat het altijd hard en stevig is. Ze vertelde dat dit kwam doordat er onder het zand veen met kleiafzetting ligt.
Vervolgens vertelde Sylvia over de vissershaven en plaats genaamd Paalvoets-ijde. Ze vertelde voorts dat plaatsnamen eindigend op hide, hijde, ijde, yde allen verbonden waren aan oude voormalige vissershavens op of aan het strand. Sylvia vertelde daarna iets over de bedijkingen van Schouwen en de veranderingen van de stroomgeul De Hammen, waardoor Paalvoetsijde moest worden verlaten en in zee verdween. Hierna vertelde ze ook iets over een kreek genaamd het Palinxgat. Deze kreek, gelegen tussen Haamstede en Renesse, was een soort natuurlijke haven en werd daar dan ook voor gebruikt. Ze vertelde dat men een aantal jaren geleden nog dacht dat Paalvoetsijde hetzelfde was als Palinxgat. Uit bestudering van oude stukken bleek echter dat Paalvoetsijde een stuk verder uit de kust moet hebben gelegen in de omgeving van Westenschouwen.
 Ze vertelde dat men daarna een nieuwe vissershaven bouwde op een plek net aan de andere kant van de duinen, waar wij ons op dat moment bevonden. Die haven heette toen ook al Westenschouwen.
Ze vertelde dat de haven van Westenschouwen verzandde en dat men het dorp en de kerk had afgebroken. Alleen de toren van de kerk bleef staan als baken voor de zeevaart in de stroomgeul de Hammen. Ook vertelde ze dat toen door verandering van de stroomgeul ook die toren niet meer gebruikt werd, deze alsnog werd afgebroken.
Tijdens dit verhaal stonden alle deelnemers aan de wandeling aandachtig te luisteren.
Ondertussen waren wij, als stagiares afgeleid door een klein bruin vogeltje wat heel mooi kon zingen, de nachtegaal. Onze gids Sylvia bemerkte dat niet alleen wij, maar ook de andere deelnemers door deze vogel werden afgeleid. Ze maakte daarbij gebruik van deze buitenkans om de naam van de vogel te noemen met een kleine beschrijving hoe hij er uitziet.
Vervolgens vertelde Sylvia dat men in vroeger tijden al begonnen was met het aanplanten van helm ter voorkoming van het verstuiven van de duinen. Enerzijds om de natuurlijke bescherming tegen de zee in stand te houden en anderzijds om overstuiving van de daarachter gelegen dorpen en landbouwgronden te voorkomen.



De hele groep ging weer verder wandelen onder leiding van gids Sylvia.
In de bocht van de weg, onder aan het duin, keken we over de Westenschouwense Inlaag. Sylvia vertelde dat door het veranderen van de stroomgeul de Hammen er instortingsgevaar voor de zeewerende dijk was ontstaan. Ze vertelde dat men vroeger achter een zwakke zeedijk een zogenaamde inlaagdijk als reservedijk aangelegd had. Ze wees daarbij op de inlaagdijk en vertelde dat men voor het opwerpen van de dijk, kleigrond af had gegraven tussen beide dijken in. Sylvia vertelde dat door deze afgravingen lange smalle stroken met natte greppels en drassig land overbleef. Die stroken waren net breed genoeg om met een kar over te rijden en werden karrevelden genoemd.
Gids Sylvia vertelde de legende van de vissershaven Westenschouwen.met "alleen de toren zal blijven staan" en dat deze legende later is overgegaan op de Plompe Toren van Koudekerke bij Burghsluis. De Plompe Toren was namelijk achter een inlaagdijk komen te liggen en na dijkval en prijsgeven van het land werd deze inlaagdijk zeewerende dijk. Daar de stroomgeul de Hammen vlak langs die dijk liep, werd de oude kerktoren als baken gebruikt voor de zeevaart.

We liepen daarna schuin omhoog het fietspad op, naar de plaats waar de zeedijk en de duinen in elkaar overliepen.
Ze vertelde daarbij dat deze plek de Punt werd genoemd. De Punt is een haakvormig stuk van de dijk om het zand vast te houden tegen de opkomende stroom de Hammen.
Boven werd de groep geattendeerd op de Stormvloedkering in de Oosterschelde. Sylvia vertelde dat men het land nu beschermd had tegen stormvloeden en mogelijke dijkdoorbraken, maar dat er nog wel zeewater in en uit kan stromen.
Hierdoor werd de daarbij behorende zoute natuur bewaard.
Als nadeel van de stormvloedkering noemde Sylvia het gevolg van zandhonger. Doordat er minder zeewater de Oosterschelde instroomde, en ook minder hard als voor de kering, er minder zand vanuit de voordelta landinwaarts werd meegenomen. Het natuurlijk evenwicht van zand- en slibaanvoer door de zee was door de stormvloedkering en overige Deltawerken verstoord. Door golfafslag worden echter wel in de Oosterschelde aanwezige zandplaten en slikken afgebroken. De Oosterschelde verandert daardoor langzaam in een breed ondiep water met een paar hele diepe stroomgeulen als restanten.

Inmiddels was er bijna een uur verstreken Sylvia stelde voor om gezamenlijk het strand op te lopen en indien gewenst een praatje met elkaar te maken. Vanaf het strand zouden we dan via de trap weer terug naar het beginpunt bij de rotonde uitkomen.
Voorts gaf ze aan dat indien men nog vragen wilde stellen aan de gids, daar tijdens het wandelen ruimschoots de gelegenheid voor was.

Op het strand aangekomen zagen we overal kwallen liggen. Kleine en grote. Wij maakten de mensen hierop attent. Intussen liep een groot deel van de groep al bij de strandtent onder aan de trap.

Op het strand waren echter voor en achter een golfbreker stroken veen, een laag klei en restanten van oude funderingen van de voormalige vissershaven Westenschouwen te zien.
Oude veenlagen en klei onder het zand.

Oude funderingen in het strand.
Gids Sylvia vroeg nog éénmaal de aandacht van de deelnemers aan deze excursie om hen te wijzen op deze bijzondere situatie op het strand.  De groepsleider van Odyssee gaf aan daar nog even tijd voor te hebben.
Gids Sylvia vertelde dat de vorige keer dat deze resten zichtbaar waren in het jaar 1994 was geweest.
De zee en de wind hadden de laag zand, waarmee het verlaten en verdronken vissersplaatsje Westenschouwen was bedekt, weggespoeld en geblazen.


Al snel liep iedereen voorover gebukt te speuren naar oude artefacten als potscherven en andere herkenbare voorwerpen van voor het jaar 1500.



Omstreeks 17.00 uur liepen we uiteindelijk naar boven de trap omhoog en beeindigden bij de rotonde de Westenschouwense Puntwandeling.
Eenieder werd bedankt voor hun aandacht en de deelnemers van "pensioen in zicht" werden succes met het verdere verloop van hun cursus gewenst.

Als huiswerk kregen wij van Sylvia de opdracht om een verslag van deze snuffelstage te maken en naar haar te mailen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten