De bedoeling was om in eerste instantie een korte uiteenzetting te geven in welke recente geologische tijd de bodem/het landschap is ontstaan. Holoceen tot heden.
We begonnen onze tocht op het fietspad (oranje pad) vanaf de Adriaan vd Weijdenweg te Westenschouwen.
1e opnamepunt lag na 25 meter op dat pad.
3e opnamepunt was nabij de volgende herkenbare overgangszone in het bos.
5e opnamepunt lag aan het einde van het betonnen pad op de Noordduin.
Van deze landschapslijn moesten we de a-biotische en biotische aspecten leren herkennen.
Vragen per opnamepunt volgens het instructieblad:
- Welk bodemtype is er volgens de bodemkaart in uw transect aanwezig?
==> van kalkvrij zand bij opnamepunt 1, naar humusrijk zand bij opnamepunt 2 en kalkhoudend zand op de zeereep bij opnamepunt 5.
- Welke grondsoorten en bodemprofielen komt u tegen? (Niet uitgevoerd omdat daarvoor grondboringen nodig zijn. Alleen de zichtbare bodemsoort benoemen.)
- Is er een strooisellaag aanwezig? Hoe is die opgebouwd?
- Komen de boringen overeen met de bodemkaart? (Niet uitgevoerd.)
- Welke a-biotische factoren spelen een belangrijke rol?
- Welke hoogteverschillen zijn er in het transect?
==> Opnamepunt 1: plus 8 m
==> Opnamepunt 2: plus 8,1 m
==> Opnamepunt 3: plus 21 m
==> Opnamepunt 4: plus 22 m en laagstepunt in Derrieput 6,8 m
==> Opnamepunt 5: plus 29,8 m tot op 0m op het strand bij de zee.
- Wat is de hoogte van de grondwaterstand beneden het maaiveld? (Niet uitgevoerd ivm grondboringen.)
- Welke soorten planten zijn aspectbepalend voor de verschillende vegetatietypen langs de landschapslijn?
- Hoe verandert de vegetatie op en in de overgangen?
- Is er sprake van gelaagdheid in de vegetatie?
- Welke landschapselementen kunt u onderscheiden?
- Welke diersoorten treft u aan (bodemorganismen, insecten, (broed)vogels, (zoog)dieren? Let op diersporen!
- Is er een zichtbare correlatie tussen: bodemtype <-> plantensoorten <-> diersoorten? Welke? Beschrijf deze!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten